Traject Roermond – Nijmegen, 19-09-2021
Dit weekeinde begon de ellende op vrijdag. Een niet nader te noemen linkspoot uit Eys vermorzelde mijn voet op de training. De dag erna kon ik niet meer lopen en amputeren leek de enige optie. Mijn vader vertelde mij over Johan Neeskens. Neeskens speelde iedere wedstrijd, ongeacht blessures. Was de pijn niet te harden, dan liet hij gewoon een spuitje zetten.
Met Neeskens in het achterhoofd slikte ik vanochtend bij het ontbijt twee paracetamols, vlak voor de wedstrijd de derde (spuitjes zijn next level). En warempel, amputeren was niet meer nodig. Sterker nog, vandaag heb ik bijna de hele wedstrijd meegedaan als aanvoerder tegen Daalhof 3. Mijn Kaisers zijn af en toe iets te ruim, maar door mijn dikke voet zaten ze vandaag als gegoten.
Al snel stond het 1-0. Ivo Habets nam voor de verandering de bal een keer rustig aan en schoof deze koeltjes langs de keeper. Niet veel later bewaarde dezelfde Ivo wederom de rust en gaf de bal aan Ian van den Berg (Swillens). Hij hield óók het hoofd koel en maakte de 2-0.
Niet al te veel later kreeg Daalhof een vrije trap en de zwaarste jongen op het veld legde de bal mooi over de muur heen in de korte hoek. Hoezo moet altijd de zwaarste jongen van de tegenstander het doelpunt maken? Tegendoelpunten van John Henderson look-a-likes zijn de norm tegenwoordig. Het voelt, ongelogen, als een belediging.
Geuldal liet, ondanks het zware tegendoelpunt, het hoofd niet hangen. Swillens kreeg een diepe bal van Niels, ging een op een door, en maakte het daarna écht vreselijk af met een pisballetje door de benen van de keeper. Niet veel later pikte Swillens de afvallende bal van een hoekschop op, speelde een fraaie hoge pass op Niels, welke aannam, opendraaide en scoorde. 4-1 was de ruststand.
Trainer Henk noemde de eerste helft ‘’tenenkrommend’’. Staan we een keer 4-1 voor, is het nog steeds niet goed. Met alles wat de trainer zei in de rust liep Geuldal weer het veld op en speelde de wedstrijd rustig uit. Denys maakte de 5-1 na een mooie combinatie met Ghian.
De niet nader te noemen linkspoot uit Eys scoorde de 6-1 door een goed afstandsschot. Zelf kreeg ik onverwachts ook een kans op de vijfmeterlijn, maar de techniek liet mij in de steek.
Het was een prettige, sportieve wedstrijd op een lekker veld in een heerlijk zonnetje. Maar Daalhof 3 staat bij mij nu bekend als de lachende derde. Door het verlies van vandaag is Daalhof niet door in de beker en Geuldal 2 helaas wel. Die Sjengen lachen zich kapot.
Geuldal staat een hele zware, nog onbekende, tegenstander te wachten in de volgende ronde waar – eerlijk is eerlijk – niemand op zit te wachten.
Het eerste elftal speelde eveneens in Wijlre. 4e klasser Berg ’28 was de tegenstander. Ik vond het geen leuke wedstrijd. Het voetbal was niet echt goed, de scheidsrechter vond ik persoonlijk nog slechter en ik was nog meer ontevreden over de eindstand. Geuldal begon redelijk, maar Berg ’28 scoorde precies zoals Daalhof 3 dat ook deed: een vrije trap over de muur in de korte hoek. Niet veel later herpakte Geuldal zich en Milan Marquez won fel het duel op de achterlijn waarna hij Danny vrijspeelde. Deze scoorde van dichtbij de 1-1.
Na rust scoorde Berg de 1-2 en werd een zuiver doelpunt van Geuldal onterecht afgekeurd.
De bal was overduidelijk over de lijn maar de scheidsrechter had het jammer genoeg niet gezien. Na wat onverhoopte en onvermijdelijke scheldpartijen langs de lijn was 1-2 ook de eindstand. De spelers van het eerste elftal kwamen – op een enkeling na – totaal niet fanatiek over, in tegenstelling tot de bloedfanatieke trainer. Het enige compliment geef ik aan Yannick. Hij speelde zeker niet beter dan de rest, maar had wel zijn shirt in de broek, zoals het hoort. Over de wedstrijd: ik ga er geen woorden meer aan vuil maken, dat doet de trainer dinsdag en vrijdag op de training wel. Bij deze meld ik mij af voor de training vrijdag, want ik ga naar een feest, gehouden op een billige cruise op de Waal. Niet dat dat wél leuk is, maar het is beter dan die straftraining die de jongens te wachten staat.
Het hoogtepunt van dit weekend: ik was aanvoerder. Het dieptepunt: ik kwam erachter dat Going up the Country – het geweldige en meest bekende nummer van Canned Heat – helemaal niet van Canned Heat is. Zij hebben het gestolen van Henry Thomas. Hij schreef het in 1928.
Volgende week kunnen we met Geuldal 2 onze eerste slag slaan in de competitie tegen het altijd-bovenin-meedraaiende Partij 2. Ik heb er zin in. We zoeken trouwens nog een vlagger voor het tweede elftal. Ik heb zelf ook een tijdje gevlagd twee jaar geleden. Is best leuk, behalve tegen Terwinselen 3. Maar die herinnering bewaar ik voor een ander verslag. Fijne avond.
Milan Stassen