“Ur kent Kakertse Boys nét, iech wel!”.
Deze woorden bezigde de oud-SV Geuldaltrainer in het kille kleedlokaal op de Kakert voor aanvang van de uitwedstrijd tegen Kakertse Boys in het najaar van 2017. Die zondag scheen er geen zon. Het was vies, het gras was hoog en de lucht was druilerig. Een zwaarbevochten 0-0 was de eindstand. Tot die ene zondag in 2017 had ik nog nooit van Kakert gehoord.
Toen had ik mijn eerste studiepunten nog niet gehaald. Ik woog een kleine 10 kg minder en ik was nog een stuk onschuldiger. Maar vooral jonger en fitter. Het voelt net alsof ik in deze krappe vier jaar tijd, twintig jaar ouder ben geworden. Afgelopen woensdag ben ik zelfs in één dag, een heel levensjaar ouder geworden. Doe me dat maar eens na. En voetballend ben ik er ook niet op vooruit gegaan. In 2017 deed ik 20 minuten mee tegen Kakert 1; in 2020 deed ik maar één minuut mee tegen Kakert 1; en vandaag speelde ik tegen Kakert 3. Ik heb gelukkig inmiddels wel wat studiepunten gehaald, maar die gingen mij vandaag niet redden tegen Kakert. We hadden drie luxe wissels, die konden mij misschien wel redden.
Na de aftrap werd al snel duidelijk dat Kakert 3 niet de sterkste tegenstander was die ons dit seizoen te wachten stond. Het duurde dan ook niet lang voordat ondergetekende de bal aus der drehung in de linkerbenedenhoek schoof: een prachtig doelpunt. 1-0. Kakert kwam niet echt terug, maar scoorde toch. Een bal werd over de verdediging gelegd en de aanvaller in het ouderwetse groen-witte tenue scoorde de 1-1.
Nog voor rust herpakte Geuldal zich, hield het hoofd koel en na een mooie combinatie en dieptepas scoorde Ivo de 2–1 in de lange benedenhoek.
De rest van de wedstrijd was abominabel. 55 minuten pure ellende. Gewoon ronduit verschrikkelijk. Kakertse Boys 3 klinkt als een belediging om tegen te voetballen en dat was het ook. Met alle respect voor die jongens, het was nog een redelijk sportieve wedstrijd, maar ze konden helemaal niks. Wij, Geuldal, hadden veel betere spelers op vrijwel alle posities. Echter, een balletje normaal aannemen en doorspelen - ho maar. Ballen kwamen niet aan, en ballen werden ook niet goed aangenomen. Het motto leek wel: speel moeilijk, niet makkelijk. Terwijl andersom de bedoeling is.
Kakert kreeg niet echt kansen, zo slecht waren ze. Maar Geuldal evenmin, zo slecht waren wij. We zijn op het einde nog met geluk ontsnapt aan de 2-2. Aanvoerder Stan wist het niet meer, Frenny liet zich wisselen en zwijg maar over laatkomer Gosjan F., die zich uiteindelijk toch nog goed inzette en herpakte. Maar het zat er niet in vandaag. Op het tweede elftal moet en zal er iets veranderen, wil dit geen wekelijkse malaise worden.
Geuldal was overigens ook totaal niet fel. In 2018 heb ik een keer - op de zevende verdieping van een concerthal in Utrecht - anderhalf uur lang in de moshpit gestaan bij de thrash metalband Exodus, dat was pas fel. Daar kan Geuldal 2 nog iets van leren. Misschien een idee voor het volgende teamuitje? Gosjan gaat sowieso mee.
Voor de verandering had ik vandaag voor het eerst sinds lange tijd 90 minuten gespeeld, een prachtig doelpunt gemaakt en een heerlijke vrije trap helaas pontificaal naast geschoten. Dat kwam door de wind, maar de bedoeling was goed.
Na de wedstrijd heb ik kort een heerlijk píepke geledigd in de kantine van Wijlre. Ik drink af en toe, en ik ken toch redelijk wat cafés, maar het bier in de kantine van Wijlre is het lekkerste bier dat u zich kunt voorstellen. Helaas moest ik snel door, naar Walram. Daar kwam het eerste elftal in actie voor de beker.
Walram was een maatje te groot voor Geuldal en won terecht met 3-0. De derde helft won Geuldal met gemak. Een nulletje of 7. Bij Geuldal draait het niet om geld, maar om plezier (en in mijn geval toch ook vaak ellende). Dat cachet heeft Walram mijns inziens niet. Er zijn zeker clubmensen, maar van de selectie hoef je als Valkenburger niet te verwachten dat ze lang blijven hangen, dat heb ik vandaag geconstateerd. Het bier dat wij met 20+ mannen uit Geuldal dronken was lang niet zo lekker als het bier in Wijlre, maar in het heerlijke zonnetje dronk het toch lekker weg.
Graag wil ik, nu ik toch het podium heb, vermelden dat Max Verstappen nooit had mogen starten, laat staan winnen. De evenementen van muzikanten en muziekliefhebbers zoals u, maar vooral ik, worden zonder pardon afgelast. Het autorennen, wat overigens alleen maar om geld draait, mag doorgaan met 70.000 mensen op de tribune. En er komt een streep door de concerten en festivals waar ik graag naartoe zou gaan, omdat ik blijkbaar de foute hobby heb gekozen toen ik nog verstand had. Alles wat ik vraag is een festivalletje met 10.000 man. Maar als er wordt gemeten met twee maten is dat blijkbaar te veel gevraagd. Met mijn gloednieuwe Nijmeegsche punkband ga ik hier nummers over schrijven en dan val ik u daar niet meer mee lastig in de wedstrijdverslagen.
Ondanks dat heb ik toch een vermakelijke dag gehad. Volgende week speelt 1 tegen Bemelen, die vandaag onverwachts wonnen van Berg ’28 met 4-1. Dat belooft een leuke wedstrijd te worden. Geuldal 2 moet volgende week uit naar Eikenderveld 2, ik hou mijn hart vast.
Fijne avond.
Milan Stassen